Kwaliteitsborging van het karate onderwijs in Nederland

 

In Nederland hebben karateclubs een zorgplicht om een veilige sportomgeving te bieden aan hun leden. Een essentieel onderdeel hiervan is het waarborgen van de kwalificaties en erkenning van hun leraren en instructeurs.

In dit artikel leg ik uit waarom het van belang is om aan gedegen kwaliteitsborging te doen, en waarom wij met onze club het verkrijgen van het kwaliteits keurmerk hoog op onze agenda hebben staan voor 2025.

…..Mijn persoonlijke doel is om dit in kwartaal 1 van dit jaar afgerond te hebben…..aldus oprichter van Yamato Nederland, Roland Daane…….

Inleiding

Het bijzondere in Nederland is dat een werkgever betalingsplichtig is voor medewerkers die in de ziektewet terechtkomen, al dan niet ten gevolge van sport blessures. De trend is ingezet dat werkgevers sportclubs aansprakelijk stellen voor de schade die ze leiden ten gevolge van sportblessures. Enerzijds gaat dit om de doorbetaling van het salaris, maar daarbij kune je denken aan zorgdragen voor vervanging en dergelijke.

Het is voor karateclubs van groot belang om te investeren in erkende opleidingen voor hun instructeurs en om een cultuur van veiligheid en verantwoordelijkheid te bevorderen. Dit helpt niet alleen bij het voorkomen van ongevallen, maar biedt ook juridische bescherming in geval van aansprakelijkheidskwesties.

Zorgplicht en aansprakelijkheid:

Karateclubs hebben de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat hun trainers voldoende zijn opgeleid en dat de trainingsomstandigheden veilig zijn. Het niet naleven van deze zorgplicht kan leiden tot aansprakelijkheid bij ongevallen of letsel. Een club kan aansprakelijk worden gesteld als blijkt dat een ongeval het gevolg is van nalatigheid, zoals het inzetten van onbevoegde instructeurs of het niet treffen van adequate veiligheidsmaatregelen.

In geval van een rechtszaak waarbij een club aansprakelijk wordt gesteld voor schade die een persoon verhindert te werken, kan het hebben van erkende diploma’s bijdragen aan het aantonen van de professionaliteit en zorgvuldigheid van de club. Echter, het enkel beschikken over erkende diploma’s is mogelijk niet voldoende. De club moet ook kunnen aantonen dat zij actief toezicht houdt op de naleving van veiligheidsprotocollen en dat zij regelmatig de competenties van hun instructeurs evalueert.

Erkenning van diploma’s:

De Karate-do Bond Nederland (KBN) is de officiële organisatie die karateleraaropleidingen aanbiedt en erkent. Deze opleidingen zijn conform de eisen van NOC*NSF en de Academie voor Sportkader vormgegeven. De KBN biedt verschillende opleidingsniveaus aan, zoals de Dojo Assistent en de Leraar Opleiding, die zijn afgestemd op de Kwalificatiestructuur Sport (KSS).

In Nederland is de Nederlandse Culturele Sportbond (NCS) een organisatie die zich richt op het bevorderen van sport en cultuur. De NCS is aangesloten bij de sportkoepel NOC*NSF en biedt diverse opleidingen aan voor sportinstructeurs en trainers.

Wij hebben als club ervoor gekozen om onder de vlag van de KBN te werken aan de kwaliteitsborging, maar het zo niet eerlijk zijn om niet te vernoemen dat ook de NCS voor een club een route zou kunnen zijn voor erkenning van de instructeurs. Echter biedt de NCS niet het kwaliteits keurmerk wat we ons ten doel hebben gesteld.

De NCS biedt opleidingen aan die zijn afgestemd op de Kwalificatiestructuur Sport (KSS) van NOC*NSF. Deze structuur kent verschillende niveaus voor instructeurs en trainers, variërend van niveau 1 (assistent) tot niveau 5 (topcoach). De opleidingen van de NCS zijn ontworpen om te voldoen aan de kwaliteitsnormen die binnen deze structuur zijn vastgesteld.

Hoewel de NCS algemene sportopleidingen aanbiedt, is het voor specifieke sporten zoals karate gebruikelijk om opleidingen te volgen die zijn erkend door de betreffende sportbond. In het geval van karate is dat de Karate-do Bond Nederland (KBN). De KBN biedt opleidingen aan die specifiek zijn gericht op het lesgeven in karate en die eveneens voldoen aan de eisen van NOC*NSF en de Academie voor Sportkader (ASK).

Kwaliteitskeurmerk Karate

Het kwaliteitskeurmerk Karate is meer dan een symbool van professionaliteit; het is een strategische investering in de toekomst van de vereniging en haar leden. Door te voldoen aan de eisen van het keurmerk, laat een club zien dat zij zich inzet voor veiligheid, kwaliteit en verantwoordelijkheid. Dit biedt niet alleen voordelen voor de leden en trainers, maar verkleint ook de risico’s bij juridische en financiële aansprakelijkheidsstellingen.

Het kwaliteitskeurmerk karate is een erkenning die staat voor professionaliteit, veiligheid en kwaliteit binnen de karatepraktijk. Het doel van zo’n certificaat is om verenigingen en instructeurs te helpen een hoog niveau van lesgeven en organisatie te waarborgen, waardoor leden kunnen trainen in een veilige en kwalitatief hoogwaardige omgeving.

Doelstellingen van het certificaat

  • Veiligheid: Waarborgen dat trainingen en examens op een veilige manier plaatsvinden.
  • Erkenning van instructeurs: Zorgen dat alle instructeurs beschikken over een erkend diploma, zoals afgegeven door de Karate-do Bond Nederland (KBN) of een andere door NOC*NSF erkende instantie.
  • Kwaliteit van lesgeven: Stimuleren van pedagogische en didactische vaardigheden bij trainers.
  • Toezicht en evaluatie: Regelmatige controle van het lesprogramma en de competenties van instructeurs.
  • Ethiek en gedragscode: Garanderen dat de vereniging en trainers handelen volgens ethische normen, inclusief een veilige sportcultuur zonder grensoverschrijdend gedrag.

Uitgifte van een certificaat

In Nederland wordt een kwaliteitscertificaat vaak uitgegeven door de Karate-do Bond Nederland (KBN) of door andere sportorganisaties aangesloten bij NOC*NSF. Dit certificaat bevestigt dat de vereniging:

  • Aangesloten is bij de KBN;
  • Voldoet aan de eisen van de Kwalificatiestructuur Sport (KSS);
  • Beschikt over erkende trainers met minimaal een niveau 3-diploma (KSS-niveau);
  • Een veilige sportomgeving biedt, inclusief beleid rond grensoverschrijdend gedrag en een vertrouwenspersoon.

Voordelen van het keurmerk voor een karateclub

  1. Garantie voor kwaliteit en veiligheid
    Het keurmerk toont aan dat de club werkt met gediplomeerde instructeurs die beschikken over door erkende instanties, zoals de Karate-do Bond Nederland (KBN), afgegeven diploma’s. Bovendien wordt de trainingsomgeving regelmatig geëvalueerd op veiligheid en ethiek. Dit geeft leden en ouders vertrouwen in de club en de lessen.
  2. Professionele uitstraling
    Clubs met een keurmerk profileren zich als hoogwaardige organisaties. Dit maakt de club aantrekkelijker voor nieuwe leden en sponsors. Het keurmerk fungeert als een waarborg voor kwaliteit en helpt bij het onderscheiden van andere sportaanbieders.
  3. Stimuleert continue ontwikkeling
    Het behalen en behouden van het keurmerk moedigt clubs aan om te blijven investeren in de ontwikkeling van hun trainers, infrastructuur en pedagogische aanpak. Dit zorgt voor een constante verbetering van de kwaliteit van lessen en trainingen.

Relatie tussen het keurmerk en aansprakelijkheidsrisico’s

  1. Verklaring van zorgvuldigheid
    In het geval van een aansprakelijkheidsstelling, bijvoorbeeld bij letsel tijdens de training of grensoverschrijdend gedrag, kan het keurmerk worden gebruikt als bewijs dat de club aan alle relevante kwaliteits- en veiligheidsnormen voldoet. Dit kan helpen om de club te beschermen tegen claims die voortkomen uit nalatigheid.
  2. Vermindering van juridische risico’s
    Clubs zonder kwaliteitskeurmerk lopen een groter risico op claims omdat zij minder gemakkelijk kunnen aantonen dat zij voldoen aan de noodzakelijke standaarden. Het keurmerk kan in een rechtszaak een belangrijk argument zijn om aan te tonen dat de club heeft voldaan aan haar zorgplicht en zorgvuldig heeft gehandeld.
  3. Preventieve werking
    Door te voldoen aan de eisen van het keurmerk, zoals het werken met erkende diploma’s, een gedragscode en een vertrouwenspersoon, verkleint de club actief de kans op incidenten. Dit heeft niet alleen juridische voordelen, maar zorgt ook voor een veilige en prettige sportomgeving waarin leden optimaal kunnen presteren.

Aansprakelijkheid

In Nederland zijn sportverenigingen, waaronder karateclubs, verantwoordelijk voor het bieden van een veilige omgeving voor hun leden en bezoekers. Deze verantwoordelijkheid kan leiden tot juridische aansprakelijkheid bij incidenten die resulteren in schade of letsel.

Aansprakelijkheid van sportverenigingen:

Sportverenigingen kunnen op verschillende manieren aansprakelijk worden gesteld:

  • Werkgeversaansprakelijkheid: Wanneer een vereniging werknemers in dienst heeft, is zij verantwoordelijk voor schade die deze werknemers lijden tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden. Dit geldt ook voor vrijwilligers die werkzaamheden voor de vereniging verrichten. De vereniging moet alle mogelijke voorzorgsmaatregelen nemen om schade te voorkomen. Als een werknemer of vrijwilliger schade lijdt door nalatigheid van de vereniging, kan de vereniging aansprakelijk worden gesteld.
  • Aansprakelijkheid voor leden en bezoekers: Verenigingen zijn ook verantwoordelijk voor de veiligheid van hun leden en bezoekers. Als iemand schade lijdt door een gebrek aan voorzorgsmaatregelen of door gevaarlijke situaties op het terrein van de vereniging, kan de vereniging aansprakelijk worden gesteld.

Jurisprudentie:

Er zijn diverse rechtszaken geweest waarin sportverenigingen aansprakelijk werden gesteld voor schade. Hierbij merk ik wel op dat het bestuur van een club uiteindelijk hoofdelijk aansprakelijk is, en wanneer nalatigheid wordt geconstateerd zal een eventuele verzekering nit betalingsplichtig zijn.:

In het zogenaamde ‘Turnster-arrest’ (HR 6 oktober 1995, NJ 1998, 190) liep een 14-jarige turnster ernstig letsel op tijdens een oefening onder leiding van een door de vereniging aangestelde trainer. De Hoge Raad oordeelde dat zowel de trainer als de vereniging tekortgeschoten waren in de zorg die van hen jegens de deelnemers aan de training kon worden gevergd, aangezien er onvoldoende veiligheidsmaatregelen waren getroffen om de gevolgen van een eventuele val te voorkomen.

In het ‘Skeeler-arrest’ (HR 25 november 2005, NJ 2007, 141) nam een cursist deel aan een beginnerscursus skeeleren en kwam tijdens de les ten val, wat leidde tot ernstig letsel. De Hoge Raad oordeelde dat de organisator van de cursus in strijd handelde met de maatschappelijke zorgplicht door de cursisten niet dringend te adviseren een valhelm te dragen, waardoor de genomen maatregelen ontoereikend waren

Een deelneemster aan een hindernisloop liep een dubbele beenbreuk op bij de sprong van een obstakel. De organisatie beriep zich op een exoneratiebeding in de algemene voorwaarden, maar de rechtbank oordeelde dat de organisatie nalatig was in het treffen van voldoende veiligheidsmaatregelen. Het enkele uitsluiten van aansprakelijkheid in de voorwaarden was niet voldoende om de organisatie vrij te pleiten.