KBN OPLEIDING LERAAR KARATE DO

 

 

KARATE IN BALANS

Door Roland Daane
In opdracht van de opleiding leraar Karate Do van de KBN
leergang 2024-2025

 

 

INLEIDING

In een klas waar het Leeft, waar ideeën dansen,  waar leren groeit met vele kansen. Hier vinden hart en ritme, vrij en fijn, Autonomie geeft vleugels, en maakt leren klein. Subjectivering, het verhaal van ieder kind, Een weg naar binnen, waar ze zichzelf hervindt. Waar elke vraag een spiegel is als een diepe zee, En antwoorden rijpen, stil maar mee. De ruimte om te kiezen, groot of klein, Dat is de gave van Autonomie, dat moet zijn. Laat hen zelf hun pad beschrijven, Zonder dwang, hun eigen weg beklimmen, tot zij blijven. Differentiëren als de zon die alles ziet, De warme stralen die ieder raakt, maar niet. Soms een ander licht, soms een andere schaduw, Maar altijd een kans, een weg naar vooruitgang nieuw. In deze tuin van kennis, groot en wijd, Bloeien alle kleuren, geen leerling die leidt. Leeft het, in de kern van elk moment, Waarin leren nooit eindigt, maar steeds weer begint.

KARATE IN BALANS

Als aankomend karate-instructeur binnen de KBN, leer ik niet alleen technieken over te brengen, maar ook een holistisch ontwikkelingsproces te faciliteren, zoals beschreven in het principe van Shin Gi Tai: de balans tussen geest (Shin), techniek (Gi), en lichaam (Tai). In mijn lessen draait het niet alleen om fysieke prestaties, maar ook om het vormen van karakter en mentale weerbaarheid. Deze blogpost is een onderdeel van mijn opleiding en een reflectie op hoe ik de principes van Leeft het, Subjectivering, Autonomie, Differentiëren en Motorisch leren wil integreren in mijn eigen lespraktijk.

In karate ligt de nadruk op discipline en beheersing, maar zoals Erik Hein, voormalig bondscoach van de KBN, ooit zei: Karate gaat niet alleen om fysieke kracht, maar om de kracht om jezelf te beheersen, mentaal en emotioneel.Deze balans is essentieel voor de ontwikkeling van een complete karateka en vormt de rode draad in mijn aanpak. De zes artikelen die ik heb bestudeerd geven inzicht in verschillende didactische principes, en hier deel ik hoe ik deze theorieën ga toepassen om mijn lessen meer te laten leven en groeien.

Wat ga ik doen met de inzichten uit de artikelen?

De artikelen bieden een breed scala aan inzichten die ik direct kan toepassen in mijn lessen. Hieronder bespreek ik de belangrijkste punten per artikel en leg ik uit hoe deze inzichten aansluiten bij de principes van Shin Gi Tai en het karatedidactisch model.

  1. Zelfdeterminatietheorie en Motivatie

Dit artikel benadrukt het belang van de Zelfdeterminatietheorie (ZDT), die stelt dat leerlingen beter leren wanneer hun basisbehoeften aan autonomie, competentie en verbondenheid worden vervuld. Ik wil deze theorie toepassen door meer ruimte te bieden voor keuzevrijheid in mijn lessen. Dit sluit aan bij het principe van autonomie, waarbij leerlingen zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun leerproces. Door bijvoorbeeld kata-trainingen aan te passen naar de voorkeuren van de leerlingen, zal ik hun intrinsieke motivatie vergroten.

Voorbeeld in de praktijk: Tijdens kumite-lessen kunnen gevorderde leerlingen zelf bepalen of ze willen werken aan snelheid, kracht of strategie, afhankelijk van hun persoonlijke leerdoelen. Dit geeft hen niet alleen eigenaarschap over hun leerproces, maar draagt ook bij aan de ontwikkeling van hun mentale veerkracht.

  1. Niveauduiding en Differentiëren

Het tweede artikel benadrukt hoe belangrijk het is om differentiëren in lessen, waarbij rekening wordt gehouden met het motorische niveau van elke leerling. Dit sluit perfect aan bij het concept van Tai (lichaam) binnen Shin Gi Tai. In mijn lessen wil ik werken met verschillende moeilijkheidsniveaus, zodat zowel beginners als gevorderden op hun eigen tempo kunnen groeien.

Voorbeeld in de praktijk: Bij het aanleren van stoottechnieken, bied ik een eenvoudige variant voor beginners, terwijl gevorderde leerlingen werken aan combinaties en precisie. Dit zorgt ervoor dat elke leerling zich op zijn eigen niveau kan ontwikkelen.

  1. Motorisch leren

In het derde artikel worden verschillende theorieën over motorisch leren behandeld, waaronder het belang van variatie in oefeningen. Het bevorderen van motorisch leren sluit aan bij de Gi-component (techniek) van karate. Ik wil leerlingen meer laten experimenteren met verschillende technieken in wisselende contexten, zodat ze leren zich aan te passen aan nieuwe situaties.

Voorbeeld in de praktijk: Tijdens kata-lessen wissel ik tussen standaard en gespiegelde versies van de kata, om zo het aanpassingsvermogen van de leerlingen te vergroten en hun technieken te verfijnen in uiteenlopende situaties.

  1. Leeft het?

Het concept van Leeft het gaat over het creëren van een plezierige en betrokken leeromgeving. Dit is essentieel om leerlingen gemotiveerd te houden en sluit aan bij de geestelijke ontwikkeling van Shin. Ik wil mijn lessen levendiger maken door meer spelelementen en samenwerkingsopdrachten te integreren, zodat leerlingen niet alleen leren, maar ook plezier beleven.

Voorbeeld in de praktijk: Tijdens sparringsoefeningen zal ik meer speelse competities inbouwen, waarbij leerlingen in teams tegen elkaar strijden. Dit bevordert niet alleen de techniek, maar ook het plezier en de verbondenheid binnen de groep.

  1. Subjectivering en Persoonsvorming

Het artikel over subjectivering benadrukt de persoonlijke groei van leerlingen binnen de context van sport. Karate is een middel voor zelfreflectie en zelfontplooiing, en als leraar wil ik mijn leerlingen begeleiden in hun mentale en emotionele ontwikkeling. Ik zal momenten van zelfreflectie inbouwen waarin leerlingen hun eigen vooruitgang en valkuilen leren herkennen.

Voorbeeld in de praktijk: Na elke training kunnen leerlingen kort reflecteren op wat ze die dag hebben geleerd, zowel op technisch als persoonlijk vlak. Dit helpt hen niet alleen om hun vaardigheden te verbeteren, maar ook om te groeien als persoon.

  1. Verborgen Agenda’s en Dynamiek in de Les

In het laatste artikel wordt besproken hoe verborgen verwachtingen van leerlingen invloed kunnen hebben op de dynamiek in de les. Het is belangrijk om als leraar deze verwachtingen te herkennen en te benutten om een rijkere leerervaring te creëren. Dit sluit aan bij het principe van differentiëren, waarbij ik rekening houd met de persoonlijke behoeften en verwachtingen van elke leerling.

Voorbeeld in de praktijk: Ik zal mijn lessen zo inrichten dat er ruimte is voor feedback van de leerlingen, zodat ik beter kan inspelen op hun leerbehoeften en verwachtingen. Dit verhoogt niet alleen de betrokkenheid, maar zorgt ook voor een les die ‘leeft’ voor elke leerling.

AXENROOS VAN CUVELIER
We kunnen het concept van Shin Gi Tai in verband brengen met de interventieniveaus Inhoud, Proces en Relatie, en de zes didactische principes.
Interventieniveaus: Inhoud, Proces, en Relatie/Gevoel

Binnen het onderwijs en coaching worden vaak drie interventieniveaus onderscheiden: Inhoud, Proces, en Relatie. Deze niveaus vormen een kader waarmee je kunt kijken naar de interactie en ontwikkeling binnen een les, een training, of zelfs een persoonlijke leerervaring.

Inhoud gaat over de concrete kennis en vaardigheden die worden overgedragen. Dit is het ‘wat’ van de leerstof, zoals de technieken in karate of de lesinhoud in een schoolvak.

Proces richt zich op de manier waarop de kennis wordt overgedragen en hoe het leerproces wordt georganiseerd. Het betreft het ‘hoe’ van de leerervaring, zoals de methoden die je kiest om technieken te onderwijzen.

Relatie heeft betrekking op de interacties tussen de betrokkenen: de docent, leerling(en), en soms zelfs tussen leerlingen onderling. Het gaat om het ‘wie’ en de dynamiek in de sociale context van het leren.

SHIN GI TAI IN RELATIE TOT HET MODEL

Het principe van Shin Gi Tai — de balans tussen geest (Shin), techniek (Gi) en lichaam (Tai) — is een filosofisch kader binnen de martial arts, en in het bijzonder binnen karate. Deze filosofie sluit prachtig aan op de drie interventieniveaus, omdat het holistisch kijkt naar de ontwikkeling van een karateka, net zoals de interventieniveaus verschillende dimensies van leren en interactie belichten.

  • Inhoud (Gi – Techniek): Op het inhoudsniveau ligt de nadruk op Gi: de technische vaardigheid. Dit gaat om de fysieke aspecten van karate: stoten, trappen, kata’s en andere technieken. Het aanleren van deze vaardigheden valt duidelijk binnen het inhoudelijke interventieniveau.
  • Proces (Shin – Geest): Shin, de geestelijke component, sluit aan bij het procesniveau. Het proces van motorisch leren, de wijze van instructie en de mentale houding waarmee karate wordt beoefend, zijn bepalend voor hoe de leerervaring wordt vormgegeven. Hier past ook het toepassen van de Zelfdeterminatietheorie en motivatie, waarin autonomie en keuzevrijheid van de leerling centraal staan. Hoe je leerlingen begeleidt in hun persoonlijke ontwikkeling en mentale weerbaarheid, hoort bij het procesmatige aspect van leren.
  • Relatie (Tai – Lichaam): Op het relatieniveau komt Tai, de fysieke aanwezigheid en het bewustzijn van het lichaam, tot uiting. Dit betreft niet alleen de fysieke kracht, maar ook hoe een karateka in relatie tot anderen staat: het respect voor sparringpartners, de sociale interactie in de dojo, en de relatie tussen leraar en leerling. Subjectivering en persoonsvorming passen hierbij, omdat deze gaan over de persoonlijke ontwikkeling in relatie tot anderen en de omgeving.

DE ZES DIDACTISCHE PRINCIPES GEPLOT OP HET MODEL

De zes genoemde principes — zoals Zelfdeterminatietheorie en Motivatie, Niveauduiding en Differentiëren, en Verborgen Agenda’s en Dynamiek in de Les — kunnen ook worden geplot op dit model van interventieniveaus:

  1. Zelfdeterminatietheorie en Motivatie (Proces – Shin): Deze theorie sluit nauw aan bij de mentale component van het procesniveau. Door ruimte te geven aan autonomie en motivatie, ondersteun je de geestelijke ontwikkeling van leerlingen, wat essentieel is voor hun intrinsieke motivatie.
  2. Niveauduiding en Differentiëren (Inhoud – Gi): Dit principe gaat over het aanpassen van lesmateriaal en technieken aan het motorische niveau van elke leerling. Dit valt binnen de inhoudelijke interventie, omdat het zich richt op de technische vaardigheden die moeten worden overgedragen, aangepast aan het niveau van de leerling.
  3. Motorisch Leren (Inhoud en Proces – Gi/Shin): Motorisch leren heeft zowel een inhoudelijk als een procesmatig component. Aan de ene kant gaat het om de technieken die leerlingen leren (Inhoud – Gi), aan de andere kant om de methoden die je kiest om deze aan te leren (Proces – Shin).
  4. Leeft het? (Proces – Shin): Dit principe benadrukt het belang van een levendige en betrokken leeromgeving. Het sluit aan bij de geestelijke component van Shin, waarbij je als leraar een sfeer van plezier en betrokkenheid creëert, wat het leerproces ondersteunt.
  5. Subjectivering en Persoonsvorming (Relatie – Tai): Dit principe richt zich op de persoonlijke ontwikkeling en hoe leerlingen zichzelf ontwikkelen in relatie tot de ander. Het valt binnen het relatieniveau en sluit aan bij Tai, waarbij de fysieke aanwezigheid en sociale interacties een rol spelen.
  6. Verborgen Agenda’s en Dynamiek in de Les (Relatie – Tai): Hier gaat het om de onderliggende dynamiek binnen de groep en de interactie tussen docent en leerlingen. Het is belangrijk om deze dynamieken te begrijpen en hierop in te spelen om de relatie en sociale context van het leren te verbeteren.

Het hieruit ontstane model (zie figuur 1) biedt een kader om de principes van Shin Gi Tai en de didactische inzichten te integreren in de eigen lespraktijk. Het helpt je bewust keuzes te maken over op welk niveau je een interventie doet: of je de nadruk legt op de inhoud, het proces, of de relatie tussen de betrokkenen. Zo creëer je een balans die zowel fysieke, mentale als technische ontwikkeling ondersteunt, precies zoals het in de filosofie van karate is bedoeld.

EAU RÉSUME

De principes van Shin Gi Tai vormen een krachtig kader voor het karatedidactisch model. De balans tussen fysieke, technische en mentale ontwikkeling is essentieel voor het vormen van sterke, zelfbewuste karateka’s. Door de inzichten uit de zes artikelen toe te passen in mijn lessen, wil ik niet alleen de fysieke vaardigheden van mijn leerlingen verbeteren, maar ook hun mentale veerkracht en persoonlijke groei stimuleren.

Of het nu gaat om het bieden van meer keuzevrijheid in technieken, het differentiëren op basis van motorisch niveau, of het stimuleren van zelfreflectie – mijn doel is om een lesomgeving te creëren waarin elke leerling kan bloeien. Zoals Erik Hein treffend zei: Karate is meer dan een sport; het is een reis van zelfontdekking en groei.Deze woorden zullen mijn leidraad zijn in het lesgeven, waar het gaat om het creëren van een dynamische, motiverende en inspirerende leeromgeving.BRONNEN:

  • Borghouts, L., Slingerland, M., Weeldenburg, G., & Haerens, L. “Motivatie van leerlingen: De zelfdeterminatietheorie” (2015).
  • De Bruijne, D. “Niveaus duiden, hoe doe je dat?” (2015).
  • Dijkhoff, H. “Motorisch leren en instructie in sport” (2014).
  • Koekoek, J., & Walinga, W. “Loopt, lukt, leeft de training? De verborgen agenda speelt mee!” (2021).
  • Funakoshi, G. (1975). Karate-do Kyohan: The Master Text.
  • Nakayama, M. (1983). Dynamic Karate
  • Naha, S. (2010). The Spirit of Karate-Do: Exploring Shin Gi Tai in Martial Arts.