Zet een grote stap naar voren en buig het rechterbeen om het lichaam te ondersteunen. Plaats de linkervoet achter de rechterhiel zodat de benen gekruist zijn en vorm MIGI-ASHI-MAE-KOSA-DACHI. Beweeg tegelijkertijd beide armen, waarbij de rechtervuist een boog tekent tot deze de voorkant van de rechterschouder bereikt, met de rug van de vuist naar voren, en de linkerhand aan de binnenkant van de rechteronderarm, waarbij de top van de middelvinger de binnenkant van de rechterpols raakt. De rechterelleboog is gebogen in een hoek van negentig graden en eindigt op een afstand van anderhalve vuist van de rechterkant van het lichaam. SASHO-SOEDE-MIGI-CHUDAN-UCHI-UKE moet aan het einde van deze bewegingen worden uitgevoerd.
Opmerking: De positie van het bovenlichaam is gekanteld naar de zijkant (HANMI).
Betekenispunt: In deze beweging wordt de tegenstander die een aanval initieert, weerhouden van verdere actie. Hierdoor is het niet mogelijk om met een zwaaiende armbeweging te blokkeren.