Gebruik de linkervoet als het aandrijfpunt, schuif beide voeten samen (YORI-ASHI), in de richting van de voorkant (SHOMEN), en vorm MIGI-ASHI-MAE-FUDO-DACHI. Tegelijkertijd open beide vuisten, buig de rechterelleboog met het gevoel dat de elleboog de rechterkant van het lichaam raakt, met de handpalm van de rechterhand naar boven gericht. Breng de handpalm van de linkerhand naar voren en iets boven het voorhoofd, strek de linkerbovenarm uit terwijl je de linkerelleboog aanspant, met de handpalm van de linkerhand naar boven gericht. De ruimte tussen de duim en de wijsvinger van de handpalm van beide handen is naar voren gericht. USHO-GEDAN-SASHO-JODAN-TSUKAMI-UKE moet aan het einde van deze bewegingen worden uitgevoerd.
Opmerking: De ruimte tussen de duim en de wijsvinger van de handpalm van beide handen wordt "tijgermond" (KOKO) genoemd.