VEERTIENDE BEWEGING

MIGI-ZENKUTSU-DACHI

MIGI-JODAN-AGE-UKE

Schuif het rechterbeen naar voren, open de linker vuist, plaats deze iets boven en voor het voorhoofd, met de rug van de hand naar achteren, en breng de rechter vuist naar de rechterheup, met de rug van de vuist naar beneden. Beweeg de linkerelleboog naar binnen totdat de rug van de hand naar links gericht is en breng de rechterarm buiten de linkerarm en vorm een kruis voor de kin, met de rug van de rechter vuist naar voren. Tegelijkertijd draai je de heupen zodat het bovenlichaam half naar voren (HANMI) gericht is en trek je de linkerhand die nu tot een vuist is gebald terug, draai de vuist naar buiten en strijk met de linkeronderarm langs de linkerkant van het lichaam totdat de vuist de linkerheup bereikt, met de rug van de vuist naar beneden. Tegelijkertijd beweegt de rechterelleboog omhoog langs de lijn van de rechterkant van het lichaam totdat deze op ooghoogte is en de rechter vuist draait naar binnen en eindigt boven en voor het voorhoofd. De afstand tussen de rechterpols en het voorhoofd is ongeveer één vuist, met de rug van de vuist naar achteren. De opgeheven rechteronderarm is parallel aan het voorhoofd en lichtjes schuin. MIGI-ZENKUTSU-DACHI MIGI-JODAN-AGE-UKE moeten aan het einde van deze bewegingen worden uitgevoerd.